In een eerdere blog lichtte ik toe dat als iemand gedurende twintig jaar de grond van een ander bezit, hij door (bevrijdende) verjaring van rechtswege eigenaar van die grond wordt. Een dergelijk eigendomsverlies zonder enige compensatie voelde voor de voormalig eigenaar van de grond bijzonder onrechtvaardig.
Inbezitname onrechtmatig
In zijn arrest van 24 februari 2017 (ECLI:NL:HR:2017:309) heeft de Hoge Raad korte metten met de gangbare verjaringspraktijk gemaakt door te bepalen dat het onrechtmatig is om een onroerende zaak in bezit te nemen en te houden, wetende dat een ander eigenaar van die zaak is. Volgens de Hoge Raad is eigendomsverlies door verjaring het gevolg van onrechtmatig handelen van de bezitter van de grond, zodat de voormalig eigenaar een schadevergoeding van de nieuwe eigenaar kan vorderen.
De Hoge Raad heeft in deze uitspraak ook meteen de vereisten voor een succesvol beroep op een onrechtmatige daad ingevuld door te overwegen dat a) het eigendomsverlies onrechtmatig is; b) voor schade zorgt bij de voormalig eigenaar en dat 3) er een rechtstreeks verband is tussen het onrechtmatig handelen van de nieuwe eigenaar en de schade. Hiermee is (grotendeels) aan de vereisten voor schadevergoeding voldaan.
Schadevergoeding in geld of natura
De voormalig eigenaar kan een schadevergoeding vorderen in geld, maar op grond van artikel 6:103 BW ook in natura. Een schadevergoeding in natura zal er dan uit kunnen bestaan dat de nieuwe eigenaar de grond weer aan de voormalig eigenaar (terug) overdraagt.
Verjaringstermijnen
Op de schadevergoedingsvordering zijn eveneens verjaringstermijnen van toepassing. Er geldt een verjaringstermijn van twintig jaar, die start op het moment, waarop de voormalig eigenaar het eigendom van zijn grond verliest. Dit betekent dat diens schadevordering verjaart 40 jaar (20 + 20 jaar), nadat de nieuwe eigenaar de grond in bezit heeft genomen. Daarnaast is er een (korte) verjaringstermijn van 5 jaar van toepassing, te rekenen vanaf het moment dat de voormalig eigenaar daadwerkelijk met zijn eigendomsverlies bekend is geworden. De voormalig eigenaar wordt in elk geval geacht bekend te zijn met het eigendomsverlies als er een gerechtelijke procedure over de verjaring van grond wordt opgestart.
Conclusie
Het arrest komt tegemoet aan het rechtvaardigheidsgevoel van de voormalig eigenaar. Als u de eigendom van grond korter dan twintig jaren geleden door bevrijdende verjaring bent verloren en u daar nog minder dan vijf jaar mee bekend bent, dan kunt u nu nog een schadevergoeding, of zelfs de verloren grond van de nieuwe eigenaar (terug)vorderen. Dit kunt u doen door ofwel in een lopende procedure over verjaring van grond een tegenvordering in te stellen ofwel door u zelf tot de rechter te wenden. Het arrest biedt de voormalig eigenaar dus nog ruime mogelijkheden om de negatieve (financiële) gevolgen van de bevrijdende verjaring terug te draaien.
Vragen of rechtsbijstand?
Heeft u vragen over het instellen van een vordering tot schadevergoeding of teruglevering van verloren grond of wilt u rechtsbijstand neem dan contact op met de advocaten van Insight Legal.